Aanpak bevolkingskrimp Zuid-Limburg, op bourgondische wijze geserveerd.

 

februari 2011

 

De onderstaande receptuur maakt in een notendop deel uit van het manifest "Metropolarisatie of de zuiddelta gedefinieerd" met als vraagstelling, micro of macro Zuid-Limburg op de kaart? Onderstaande ingrediënten hebben als doel de sociale cohesie te versterken en de identiteit te definiëren waarmee Zuid-Limburgse krimpregio's op een zorgvuldige en organische manier kunnen slinken en werken aan bevolkingsstagnatie. Hoe het stedelijke roerei te ontleden en hoe te denken in termen van krimp in plaats van groei?

* Stop stedelijke vernieuwing

Stop met de grootschalige stedelijke ingrepen in krimpregio's en pas deze groeimethodiek alleen nog maar toe in de drie dragers van Zuid-Limburg: Sittard, Heerlen en Maastricht, met Sittard als het economische hart, Heerlen als het creatieve hart en Maastricht als het culturele hart. Beschouw de omliggende regio's weer als dorpen, suburbs waarbij wonen centraal staat. Investeer in deze regio's hoofdzakelijk in maatschappelijke belangen. De nasleep van de financiële crisis zorgt ervoor dat te megalomane en overhaaste plannen stranden. Dit kan op den duur leiden tot een positieve wending voor de ruimtelijke ordening die nu meer zal inspelen op het ontstane woningoverschot.

* Inventariseer de context

Opereer op wijkniveau en zoek de oorsprong van de gebouwde omgeving. Definieer een waardestelling en filter de identiteit van de plek. Aan de reeds aanwezige kwaliteiten wordt vaak weinig tot geen aandacht besteed, terwijl deze soms met minimale ingrepen versterkt kunnen worden. Hierbij hoeft men niet alleen te denken aan materie, de reeds aanwezige bebouwing, maar ook aan voorzieningen zoals kleine zelfstandige ondernemingen, een buurtsuper of het gemeenschapshuis. Inventariseer tevens de rafelranden van de wijk en zoek de locatie voor het creëren van de knip waar zorgvuldig sloop plaats kan vinden om de wijk los te weken van de ontstane verstedelijking.    

 

 

* Definieer de identiteit

Zoek in het aanwezige de waarde van morgen. De mijnbouw en de wederopbouw na de oorlog hebben deze regio in een razend tempo verstedelijkt met welvaart als gevolg. Veel van de destijds gemaakte bouwwerken refereren aan deze bloeiende tijd, maar hun aanwezigheid wordt vandaag de dag jammer genoeg niet altijd gewaardeerd of benut. Zij hebben een langere tijd nodig om te rijpen alvorens zij een monumentale status behalen. Probeer daar waar mogelijk deze bebouwing, veelal bestaande uit kerken en portiekflats, op te nemen in een nieuwe structuurvisie die misschien wel 10, 30 of 50 jaar vooruit kijkt.   

  

* Spreek de bewoners

De bewoners zorgen voor de leefbaarheid in de wijk. Laat hen zien dat er in hun wijk wordt geïnvesteerd en dat hun inspraak de planuitwerking beïnvloedt. Gezien de krimp verkrijgen we meer gebouwde omgeving op minder mensen, waarbij door de bewoners gedragen initiatieven zoals buurthuizen, jeugdcentra, clubgebouwen, kinderdagverblijven etc. inpassing kunnen krijgen in hun gerenoveerde wijk.

* Kweek microcultuur

Geef kleine zelfstandigen de mogelijkheid te opereren vanuit hun wijk. Leegstand leidt, zeker daar waar het commerciële functies betreft, tot verpaupering van de buurt. Maak ondernemen in de eigen wijk aantrekkelijk en mogelijk middels formules zoals antikraak of startkrediet. Hierbij valt tevens te denken aan het oprichten van kleinschalige ondernemershuizen in leegstaande panden waarin startende ondernemers hun zaak kunnen beginnen.

* Krimp organisch middels schaalvergroting  

Sla niet lukraak gaten in de wijk, maar probeer de wijk vitaal te houden door krimp niet van de één op de andere dag zichtbaar te maken. Woningsamensmelting is hierbij een goed alternatief, zeker daar waar het volksbuurten betreft. De identiteit van de wijk blijft grotendeels behouden terwijl het woningoverschot toch wordt opgelost. Behoud van bebouwing is tevens de reinste vorm van duurzaam bouwen en middels samensmelting kan het woongenot worden aangepast aan de huidige maatstaven. Structuurvisies en herontwikkelingsopgaven worden minder complex en fricties tussen coöperaties en huurders worden tot een minimum beperkt. Aangezien zulke huisvesting veelal eigendom is van woningcorporaties zullen ook zij hierin een belangrijke rol moeten vervullen. Het samenstellen van een "hernieuwd" samenwerkingsverband (Ons Limburg 2.0) tussen Limburgse coöperaties kan hierbij uitkomst bieden.

* Maak gebruik van kleinschalige inbreidingen

Probeer daar waar mogelijk op wijkniveau structuren te herstellen en maak middels nieuwe interventies de wijk bestand tegen de tijd. Kleinschalige inbreidingen kunnen de versleten en detonerende bebouwing vervangen en functies huisvesten die in de wijk nog ontbreken. Deze interventies vragen om een consumentgerichte ontwikkeling en dienen in maat en schaal aangepast te worden aan hun context. Aangezien er woningaanbod in overvloed is, kan zich hieruit een nieuwe woningtypologie ontwikkelen die in de rest van de regio niet of nauwelijks is terug te vinden.  

 

Middels bovenstaande ingrepen hoop ik dat er overwogen keuzes worden gemaakt waarbij de krimpaanpak van Zuid-Limburg kan dienen als voorbeeldfunctie voor de rest van het land. Mijns inziens ligt het maken van de juiste keuzes tussen enerzijds het voor de hand liggende slopen en anderzijds het investeren in nieuwe ontwikkelingen die Limburg weer nieuw elan moeten geven waarbij we ervoor moeten waken dat krimp geen hype moet worden die binnen een bepaalt tijdsbestek krimp probeert op te lossen. De huidige ontwikkelingen die voortvloeien uit het groeidenken zijn in combinatie met de bevolkingsafname dodelijk voor deze regio, zie bijvoorbeeld enkele Waalse steden zoals Charleroi, Luik en Seraing. Middels een bourgondische ingreep kunnen bestuurders, ontwerpers en bewoners werken aan een krimpproof Zuid-Limburg dat werkt aan bevolkingsstagnatie.     

 

Jerome Paumen

8 februari 2011

 

------------------------------------------------------------------------