METROPOLARISATIE OF DE ZUIDDELTA GEDEFINIEERD?

 

september 2010

METROPOLARISATIE OF DE ZUIDDELTA GEDEFINIEERD

Zuid-Limburg ligt relatief afgezonderd van de rest van Nederland. De flessenhals van Limburg is hemelsbreed zo'n 5 kilometer en ligt ten noorden van Sittard-Geleen. Het is dan ook voor de hand liggend om grensoverschrijdend te denken. Dit leidt tot verrassende ontwikkelingen van bedrijventerreinen op Nederlands/Duits grondgebied tot de sneltram tussen Hasselt en Maastricht tot compleet nieuwe buitenringen om Parkstad heen. Grenzen of territoria lijken in centraal Europa langzaam op te lossen. Planologisch verandert Europa in één geroutineerd orgaan.

Lift Zuid-Limburg mee op de successen van naastgelegen landen? En zo ja, hoe ver is dat bereik? Of sneeuwen we gezien onze bevolkingskrimp compleet onder? Er kunnen ook een aantal kanttekeningen geplaatst worden bij de eenwording van Europa waar we zorgvuldig en bewust mee om moeten gaan. Vervlechting van regio's kan op den duur leiden tot een identiteitsbreuk waardoor de differentiatie tussen beide gebieden niet meer herkenbaar is. Terwijl juist die differentiatie identiteitbepalend is. Het voelt tegenstrijdig dat we megaregio's ontwikkelen terwijl we te maken hebben met bevolkingskrimp.

Neem de regio Limburg-Zuid; deze wordt gedomineerd door een drietal steden: Sittard-Geleen, Parkstad en Maastricht. Deze delta definieert een drietal assen met een eigen identiteit. Deze identiteiten verschillen op diverse vlakken van elkaar: van dialect tot schutterijen, tot bijvoorbeeld landschapsgebruik. Deze regio vraagt niet om stedelijke vernieuwing zoals dat in de Randstad gebeurt maar hunkert naar een Bourgondische aanpak.

Zo heeft iedere as zijn eigen thematiek die men individueel kan benaderen:

"As Parkstad/Maastricht" (de Bourgondische as)
Deze is het idyllische Bourgondische leven zichtbaar. Zijn glooiend weidse landschap met her en der een vakwerkboerderij maken deze regio tot een toeristische trekpleister. Deze as is letterlijk aanwezig dit is mede te danken aan de  via Belgica die via dit gebied van Balogne naar Keulen liep. Kenmerkend is dat de ooit meest betaalbare woonvormen, de vakwerkboerderijen zijn gewaardeerd en uitgegroeid tot de meest kapitaalkrachtigste paleisjes van het zuiden.

"As Maastricht-Sittard/Geleen": (de Rijk-Roomse as)
De as Maastricht/Sittard-Geleen loopt parallel aan de Maas en er heerst een rijk-Roomse levensstijl. De invloeden van Petrus Regout zijn door de kastelen en riante landhuizen duidelijk zichtbaar in dit gebied. De gehuchten zoals Elsloo, Oud Urmond en Berg aan de Maas zijn mede ontstaan door de invloeden van de kerk die op prominente plaats in dorp zijn terug te vinden.

"As Sittard/Geleen-Parkstad" (de geïndustrialiseerde as)
Deze wordt gekenmerkt door de mijnbouw die er heerste. Het gebied is in een razend tempo verstedelijkt en geïndustrialiseerd. De bronnen die dit fenomeen in werking hebben gezet zijn helaas grotendeels verdwenen, maar de stedenbouw met zijn diversiteit aan architectuur die hieruit is voortgekomen, is gelukkig tot op heden nog grotendeels bewaard gebleven.
Dit is naar mijns inziens de meest boeiende as. Vergeleken met de museale Rijk Roomse-as is dit de rommelzolder, het depot van het museum. De diversiteit aan bebouwing dient voorlopig nog even genegeerd te worden voordat zij weer door een volgende generatie gewaardeerd worden. Zuiderlijke vruchten rijpen langer, de mijnbouw is voor velen nog maar net vertrokken uit deze regio. Een mooi voorbeeld zijn de tijdelijke houten mijnwerkerswoningen in Lindeheuvel Geleen en Treebeek Hoensbroek. De goedkoopste woonvoorzieningen zijn uitgegroeid tot de parels van de mijnwerkerskolonie en worden veelal bewoond door jongere generaties.

In Treebeek worden twee wijken "mooi" tegen elkaar afgezet, de mijnwerkerskolonie versus de Vinexwijk. Waarbij we de vraag kunnen stellen welke wijk de langste houdbaarheidsdatum heeft en bij welke we misschien wel op den duur moeten ingrijpen om de krimp te lijf te gaan? Kapitaalvernietiging versus cultuurhistorisch erfgoed?

Sommige van deze eigenschappen dreigen door grensoverschrijdend gebieden alsmaar aan elkaar vast te knopen verloren te gaan. Door de gebieden juist individueel te benaderen, kun je ze losweken van elkaar waardoor hun identiteit versterkt. De systematiek is om te refereren aan het verleden. Laat de stad weer stad worden, laat het dorp, dorp.
De krimpproblematiek aanpakken op lokaal niveau en niet proberen te linken aan metropolitische weefsels. De karakteristiek van de plek moet doorslaggevend worden, waardoor er nieuwe microcultuur gekweekt wordt. 

Door Europa de benaderen als netwerk van biotopen met een eigen identiteit bestaat er meer houvast voor de omringende deelgebieden, deze deelgebieden dragen veelal het zelfde thema alleen is het niet altijd zichtbaar.  
Zuid-Limburg is prachtregio om in te mogen wonen, en dat we op zaterdag kunnen winkelen in Aken en op zondag het cappuccino in Luik mogen nuttigen wil niet zeggen dat alsmaar naar onze grensoverschrijdend moeten opereren. Toch zie ik het fenomeen steeds vaker voorbij komen maar we moeten er voor waken dat we straks niet eens weten hoe de koffie bij de buren smaakt.

      

------------------------------------------------------------------------